Denk- en reisvoer: De eigenwijze smaak van buitenlandse gerechten
Ik zie mezelf niet als ‘foodie’; ik word niet wild wanneer een aardappel eruitziet als een paddenstoel maar heel anders smaakt. Dat de wereld van de gastronomie zo’n enorme transformatie heeft doorgemaakt tijdens de voorbije tien jaar, is zeker verbluffend, maar laten we niet vergeten waar gastronomie ook om draait: mensen samenbrengen en herinneringen maken. De verbazingwekkende gevoeligheid van onze smaakpapillen laat ons toe belangrijke momenten of inspirerende reizen te herbeleven. Dit kan wanneer we maar willen, gewoon door onze potten en pannen uit de kast te halen en onze herinneringen op ons bord te toveren.
Hier zijn een aantal van mijn favoriete momenten rond mensen, plekken en eten.
Mexicaanse Mole
Ik had net de middelbare school afgemaakt en mocht voor het eerst alleen op reis. Ik kreeg de gelegenheid om mijn oom John te bezoeken die oorspronkelijk uit de Verenigde Staten kwam. Hij is naar Mexico verhuisd om met een prachtige vrouw genaamd Patricia te trouwen. Ze woonden in het hartje van de hoofdstad, een heel intense plek voor een reizende tiener. Naarmate ik door de stad liep, nam ik gretig alles in me op wat zij me te bieden had. Kunstenaars zoals Frida Kahlo die de natuurkrachten ten volle hebben omarmd vond ik prachtig. Ik voelde me vervuld van levenskracht in een land dat de dood bejubelde en haar etniciteit en tradities trots vierde.
En wat hield ik van het eten! Ik kon niet genoeg krijgen van de taco’s en quesadilla’s. Al snel was ik overtuigd dat alles beter smaakte wanneer het in iets was gewikkeld. Maar ik herinner me ook mijn eerste mond vol mole, een mengeling van gedroogde chilipepers, kruiden en chocolade. Mole is eigenlijk enkel de saus, die in verschillende smaken verkrijgbaar is. Het wordt bereid met verschillende ingrediënten, maar de klassieke uitvoering heet mole poblano. Deze Mexicaanse saus wordt met vlees geserveerd en heeft een donkerrode of bruine kleur. De saus wordt ook vaak bereid voor verjaardagen of andere speciale gelegenheden; nog een reden waarom ik mijn achttiende verjaardag niet licht zal vergeten.
Linzen Dahl
Ik groeide op in een half-Engels gezin en we aten vaak Indisch. Als kind vond ik het fijn dat ik kokosschilfers en plakjes banaan mocht toevoegen aan mijn curry; het voelde aan als een volwassen versie van chocoladevlokken strooien op een ijsje. Zo denk je nu eenmaal wanneer je vijf bent. Mijn voorliefde voor de Indische keuken drijft me echter nog steeds, liefst in de richting van India of Londen waar ik verschillende favoriete plekjes heb. Het eerste is een restaurant vlakbij Regent Street genaamd Veeraswamy, dat sinds 1926 bestaat. Winkeluitjes met het gezin betekende meestal een tussenstop in dit redelijk traditionele restaurant. Daarom houd ik nog steeds herinneringen over aan deze plek.
Een aantal jaar geleden leerden vrienden me een verrukkelijk restaurant kennen waar traditionele Indische keuken wordt aangepast aan de voortdurend veranderende wereld die snakt naar nieuwigheden en fusion. Dishoom is nu een restaurantketen, maar toen ik er voor het eerst ging in 2010, was er slechts één enkele locatie in het hartje van Londen. Bijna tien jaar later is dit Indisch restaurant in Londen nog steeds de ideale plek van waaruit je de wereld kan waarnemen, terwijl linzen dahl en naan met ei worden voorgeschoteld door een ober die zijn waardering voor eten uitdrukt in iedere taal die in je opkomt bij het drinken van je favoriete wijn.
Club Sandwiches op het dak
Eten herinnert me vaak aan leuke momenten en het gezelschap waarmee ik was. Het kan ook een dieper verlangen vervullen om je horizon te verruimen. Restaurant Georges ligt op het dak van Centre Pompidou, waardoor je heel Parijs kan zien. De locatie is adembenemend en de wetenschap dat je zit te tafelen bovenop een van de meest gerenommeerde musea van de wereld zorgt voor een unieke ervaring. De eerste keer dat ik er kwam, was tijdens een afspraakje dat gruwelijk fout liep…
Ik wou mijn toenmalige vriend verrassen met een dagje in Parijs, maar we verloren meer tijd op de bus dan dat we konden genieten van alles wat deze stad te bieden had met liefde en romantiek. Sindsdien heb ik me berust met mijn gebrek aan organisatietalent, maar ik zal nooit mijn opluchting vergeten toen we de prachtige ruimte betraden met een felrode roos op elke tafel. Ik weet nog dat ik een club sandwich en een glas rode wijn bestelde, en toen ik mijn eerste hap nam leek alles plots te kloppen. Grappig hoe eten op de meest onverwachte momenten een sussend effect kan hebben.
Toen ik naar buiten keek naar de kilometers straten en gebouwen, heb ik op een of andere manier het licht gezien. Ik werd me ervan bewust dat een relatie erg lijkt op koken.
Het begint allemaal met een elementaire waardering voor elk afzonderlijk ingrediënt. Rome is niet in een dag gebouwd, net zomin als Parijs. Alles wat de moeite waard is, vergt tijd om samen te smelten.
Kokosijs
De Chatuchak Weekendmarkt in Bangkok (ook bekend als JJ Market) is de grootste markt van Thailand, met meer dan 15.000 kraampjes onderverdeeld in 27 afdelingen. Een dagje op deze markt is voor een (milde) shopaholic zoals mij een dagje Disneyworld voor een kind. Of beter: als Disneyworld, Universal Studios en Epcot in één. Het is moeilijk te beschrijven wat een overweldigende ervaring het is om te struinen door het eindeloze doolhof van spullen die allemaal liggen te roepen ‘neem mij mee, ik ben van jou’. Godzijdank dus voor kokosijs. Geloof me, dit is precies wat je nodig hebt om af te koelen. Voor 35 baht (net geen euro) kun je genieten van het meest hemelse ijs met bovenop stukjes kokos, 2 garneringen naar keuze en een gratis kopje vers kokossap – een hoognodige dorstlesser wanneer je door de garnering in vuur en vlam staat.
Frietjes met mayonaise
Het leuke aan eten is dat je niet helemaal naar Japan hoeft te vliegen om de pure smaak van rauwe vis te beleven, of naar Zuid-Afrika voor een stukje braaivleis. Ik ben helemaal weg van yakmelk, maar zou daarom niet naar Nepal reizen om een bekertje te proeven. En hoewel ik geloof dat de shisa nyama (wat blijkbaar ‘verbrand het vlees’ betekent in Zulu) het best smaakt in een van de Kaapse restaurants die erom geroemd worden, geloof ik niet dat je zo ver hoeft te gaan om je smaakpapillen de kost te geven.
Ik maak er een goede gewoonte van om ten minste een keer per maand bij mijn plaatselijke frituur langs te gaan. De betrouwbaarheid van die plek maakt thuiskomen na een drukke dag net dat ietsje aangenamer. De lekkerste manier om je innerlijke zelf tot uiting te laten komen, is om bij naam genoemd te worden en niet afkeurend te worden bekeken wanneer je voorspelbaar doet (ik bestel steevast een klein pakje frietjes met mayonaise en een saté). Want dit is ook een van de redenen waarom we eten: het drukke leven de rug toekeren en de tijd nemen om te waarderen wat ons wordt aangereikt.
Dat is waarschijnlijk nog de grootste luxe van allemaal. Laten we dus ons eten niet voor lief nemen. Eten is namelijk zo veel meer dan wat we in de pot gooien, het is dat wat we laten sudderen terwijl we van het moment genieten. Het laat kleine deeltjes comfort doordringen in ons systeem, zodat we de dingen beter kunnen slikken die soms wat moeilijk verteerbaar zijn.