Het Karwendel is een subgroep van de Alpen en maakt deel uit van de Noordelijke Kalkalpen. Het gebergte, met een oppervlakte van ongeveer 900 km², ligt grotendeels in de Oostenrijkse deelstaat Tirol. Een kleiner deel ligt in de Duitse deelstaat Beieren. Het begrip Karwendel wordt toegepast voor het gehele gebergte tussen de Isar in het noorden en het noordwesten, de Inn in het zuiden en de Achensee in het oosten.
Zowel het Tiroler als het Beierse deel van het Karwendelgebergte is een beschermd natuurgebied. Het Tiroler deel, het Alpenpark Karwendel, beslaat een oppervlakte van 730 vierkante kilometer en is daarmee het grootste beschermde natuurgebied van Oostenrijk. Je vindt er steile kalkbergen en weelderige, groene valleien. De hoogste berg is de 2.750 meter hoge Birkkarspitze. Doordat het gebergte grotendeels bestaat uit kalksteen zijn er weinig meren. Het poreuze gesteente neemt water snel op en laat het afvloeien naar lager gelegen gedeeltes.
De natuur laat zich op elk jaargetijde van een andere kant zien. In de lente kleuren hele gentiaan-tapijten de weilanden in de Karwendel blauw. In de zomer vind je bij ons de alpenroosbloesem. Vele berghellingen lijken rood geverfd. En in de herfst betovert de bladerkleur van de vele bergahorn- en beukenbomen, ook de goudgele kleur van de lariksboom trekt de aandacht op zich.
De Zilverregio Karwendel behoort tot de bekendste en beste wandelregio's in het Alpengebied. Je kunt voettochten maken over de zachte heuvels van de Tuxer Vooralpen en op de steile rotsen van de Karwendel klimmen, naar almen wandelen, vol verwachting door geheimzinnige bossen zwerven of met vlotte stappen adembenemende bergtoppen bedwingen.