Paramaribo is de hoofdstad van Suriname. De stad is gelegen aan de westoever van de rivier de Suriname, ongeveer 10 kilometer van zee. De stad Paramaribo heeft samen met de directe omgeving de bestuurlijke status van een district.
Het vrijwel volledig in hout opgetrokken historische centrum van Paramaribo, dat sinds juli 2002 op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO staat. Door de verschillende overheersers en de vele verschillende culturen van de mensen die in Suriname kwamen wonen en door de eigen architectuur van godsdienstige gebouwen, kent de stad een unieke architectuur, waarbij vrijwel alleen met hout is gewerkt.
De naam Paramaribo is waarschijnlijk een verbastering van de naam van een inheems dorp, Parmirbo (of Parmurbo of Parmarbo) geheten. In 1631 zouden Nicolaes Baliestel en Dirck Claeszoon van Sanen bij dit dorp een factorij hebben gevestigd. In 1644 ontstond er ook een Franse nederzetting in de buurt van dit dorp. De Nederlandse factorij werd later weer verlaten en viel in Engelse handen. De Engelsen bouwden er een fort, Fort Willoughby genaamd. Ze vestigden zich echter in Thorarica, een landinwaarts gelegen plaatsje ten zuiden van Paramaribo. In 1667 werd het gebied veroverd door een Zeeuwse expeditie met zeven schepen onder Abraham Crijnssen. De Zeeuwen noemden het fort Zeelandia en doopten Paramaribo om in Nieuw Middelburg, een naam die nooit aansloeg. Fort Zeelandia werd het centrum van de nieuwe kolonie; zo belangrijk dat Paramaribo door niet-inwoners nog altijd foto wordt genoemd, een verbastering van fort. Vanaf het fort werd Paramaribo westwaarts uitgebreid, waarbij werd gebouwd op zogeheten ritsen, strookvormige schelpafzettingen.